NL Schrijvers Arno Boey en Yelena Schmitz brengen de Brusselse wijk Bockstael in kaart, sprokkelen er persoonlijke verhalen, geven de poëzie terug aan de wijk.

Op hun tocht door Bockstael voeren ze verschillende literaire ingrepen uit, die de verhalen van de mensen weer zichtbaar maken. Volg de wandeling zelf of laat je verrassen in het noorden van Brussel. Misschien kom jij een versregel tegen op het serviette van je pitabroodje!

FR Les écrivains Arno Boey et Yelena Schmitz découvrent le quartier de Bockstael à Bruxelles, y cherchent des histoires personnelles et retournent de la poésie au quartier.

Au cours de leur voyage à travers Bockstael, ils réalisent diverses interventions littéraires qui rendent les histoires des gens à nouveau visibles. Suivez la promenade et soyez surpris dans le nord de Bruxelles. Peut-être découvrirez-vous la poésie sur la serviette de votre durum.

EN Writers Arno Boey and Yelena Schmitz map out the Bockstael district of Brussels, collect personal stories and give poetry back to the district.

On their journey through Bockstael, they carry out various literary interventions that make people’s stories visible again. Follow the walk itself or be surprised in the north of Brussels. Maybe you’ll discover poetry on the napkin of your local durum.

1. Woning Willem Elsschot

Schrijver Willem Elsschot heeft hier van 1913 tot 1914 gewoond. Toen had dit pand huisnummer 237. Nu is het nummer 195. Toen was hier café Le Cygne, nu is er een rolluik dat altijd gesloten is. Toen stond Jeanne-Marie Claessens achter de toog, Dikke Jeanne. Nu werkt Marem er aan een nieuw café. Hij weet nog niet wanneer het opengaat, hij noemt het een “langetermijnplan”. Toen waren er hoge plafonds met moulures en pleisterwerk. Marem vraagt zich af wat je met plafonds van 3 meter 90 hoog kan aanvangen. Hij heeft de ruimte opgedeeld in overzichtelijke, nuttige kamers.

"Toen was het de tijd van de Charleston."

‘Toen was het de tijd van de Charleston’, zegt Marem. ‘Mensen hielden van muziek. Ze hielden van dansen. Nu moet alles geïsoleerd zijn. De buren willen stilte.’ Toen waren de buren een majoor op rust, een weduwe en de uitbaters van Le Cygne. Nu woont Leenke er, Manfred de antiquair en Eva. Eva zegt dat ze tot voor kort vanop haar toilet het Justitiepaleis kon zien. Nu bouwen ze het uitzicht vol met huizen en kantoren. Ze zegt dat alles verandert. Alles: plafondhoogtes en cafés, huisnummers en vergezichten.

Foto Woning Willem Elsschot

Willem Elsschot woonde op de derde verdieping.

Foto Woning Willem Elsschot

Café Le Cygne

2. Café La Perle

"In dit café kan je je doopfeest vieren."

In café La Perle kan je op vrijdagavond karaoke zingen en op zaterdagmiddag koffie drinken. Je kan het achterzaaltje huren om er je verjaardag of doopfeest te vieren. Op de gokautomaten kan je Montana de Luxe of Goldball II spelen. Sommige mensen zeggen dat Salah Abdeslam hier koffie dronk, de dag na de aanslag in Parijs. Op vrijdagavond liep hij met een bommengordel bij het stadion. Na de aanslag at hij een visburger bij de McDonalds in een buitenwijk. De volgende ochtend werd hij afgezet in Laken. Ze zeggen dat hij hier op de zaterdagmarkt een broek en een hemd heeft gekocht. En dat hij soms koffie kwam drinken in La Perle.

Foto Café La Perle

Café La Perle

3. Comptoir des Liquidations

Hier woont Le Blanc Qui Vend Tout. Zo noemen ze hem hier. De man die hier al vijftig jaar woont. Op het eerste zicht heeft de winkel geen naam. Er is geen bordje of er staat niets op de deur. Deze winkel heet Comptoir des Liquidations. Le Blanc Qui Vend Tout schrijft voor elk artikel een prijskaartje, waar hij altijd twee uitroeptekens achter zet. Je kan hier nog met Franken betalen.

"Je kan hier nog met Franken betalen."

Mensen kopen hier spullen omdat ze niet veel geld hebben. Je kan hier alles vinden. Een tirelire met een hondje op. Een sinaasappelpers. Een eiersnijder. Amina koopt hier de batterijen voor haar horloge. Johnny koopt hier een parkeerschijf. Ik koop hier een vierkleurenbalpen. In de etalage zie je een deel van het assortiment. Een jaar geleden lag hij hier een “Cadeau de mariage” in de etalage. Een knalroze vibrator die al twintig jaar wachtte op een eigenaar. Hij is een tijdje geleden verdwenen. Je kan de afdruk in het stof nog zien. Alles laat hier kringen na.

Comptoir des Liquidations

Comptoir des Liquidations

4. De Impasse (Leopold I-straat 171)

Als je naast café Chez Bi Jeanne door het hek loopt, kom je in een steegje. Aan het einde van dat steegje liggen er huizen met voortuintjes. Hier wonen mensen. De mensen die hier wonen horen de klanten van het Congolese café Chez Bi Jeanne regelmatig zingen. ‘Gelukkige verjaardag’ in het Lingala is mbotama elamu. Dat weten de mensen die hier wonen. De mensen die hier wonen weten ook dat de vroegere bewoners van nummer 4 hun kinderen Lady en Lady Diana hebben genoemd. Soms klonk het nummer ‘Lady, Lady, Lady’ vanachter hun gordijnen.

"Ze weten dat de brandweer niet tot hier geraakt."

Ze weten dat de kasseien verdwenen zijn onder het asfalt, omdat de Spaanse buurvrouw alles netjes wilde. Ze weten dat de man van nummer 6 zijn huis had ingericht als het decor van een theaterstuk. Op een dag vatte een van de lampen die hij in zijn kleerkast had geplaatst vuur. Ze weten dat de brandweer niet tot hier geraakt, daar is de poort te klein voor. Ze weten hoe stil het in de Impasse kan worden. Ze weten dat ze verstopt zijn. Onvindbaar op de kaart, onzichtbaar voor de straat.

De Impasse

De Impasse, Leopold I-straat / Rue Léopold I 171

5. Lantaarnpaalmuseum

"De straatvegers en de facteurs horen alles."

Onder de lantaarns wachten de straatvegers. De straatvegers en de facteurs horen alles. De straatveger hoort dat de oude burgemeester van Brussel al vier jaar in coma ligt. De straatveger weet dat in deze zijstraat de minnares van Leopold II heeft gewoond. Ze zeggen dat zij Aletta Dalida heette. De straatveger heeft van horen zeggen dat in het Chinese restaurant verderop de straat een man zijn vrouw heeft vermoord. Het was de kok. Hij verborg zijn vrouw in stukken in de frigo, fluistert de straatveger, al weet hij niet of hij dat mag zeggen. De straatveger zag dat Michel Nihoul altijd in dit café rondhing. Via via weet hij dat de koning en de koningin thuis ook maar gewoon kleren van de H&M en de Zara dragen.

Straatlantaarn museum

Straatlantaarn museum

6. Bowling Delva

De tijd tikt anders in Bowling Delva. Er wordt cola geserveerd uit grote flessen. Vanuit pluchen zetels kan je kampioenschappen op televisie volgen. In de kelder wordt er gebiljart onder gedimd licht. Lilo opent en sluit de deuren van zijn bowling al meer dan dertig jaar. Hij boent de ballen en zet de schoenen klaar. Lilo kan aan je lengte zien welke schoenmaat je hebt. Hij weet welke bowlingballen bij je handen passen. Lilo hoort aan het geluid van de vallende kegels of je een strike of een split hebt gegooid.

"Lilo kan aan je lengte zien welke schoenmaat je hebt."

Hier hebben kampioenen getraind. Lilo houdt hun handtekeningen bij, ze liggen tussen medailles en blinkende bekers in een vitrine bij de ingang. Ook in zijn dromen tollen de ballen over de bowlingbanen als dwergplaneten rond hun eigen as.

Bowling Delva

Bowling Delva

7. Arbeidersstraatje

Welkom in een van de weinige autovrije straten van Bockstael. Sluit even je ogen. Misschien hoor je wel dit:

- Een televisie die wordt uitgeschakeld
- Muziek
- Een kind dat lacht
- Bestek op borden
- De wieltjes van een speelgoedauto
- Een trein, heel dichtbij
- Frans
- Engels
- Arabisch
- Talen die je moeilijk kan onderscheiden
- Een microgolfoven
- Onkruid dat ritselt in de berm

Arbeidersstraatje

Arbeidersstraatje

8. Justice de Paix

Op het pleintje voor het vredegerecht wordt er ieder jaar een Iftar gevierd. Alle mensen komen uit hun huizen en delen watermeloen en bladerdeeghapjes aan een lange tafel. Een van die mensen is Amina. Amina schrijft Arabische gedichten en geeft relatieadvies. Ze schreef haar eerste verzen tijdens de Arabische Lente.

"Amina schreef haar eerste verzen tijdens de Arabische Lente."

Haar zus Ahlaam was kamermeisje bij de Koning. Ze brachten samen couscous naar Koning Filip. Amina ziet op elke hoek herinneringen. Ze kent alle mensen in alle huizen. ‘Als je ooit verdwaalt, vraag dan naar mij en de mensen zullen je de weg wijzen.’ Ze kent de jongen van de tapijtwinkel, en zijn vader, en zijn overgrootvader. Ze kent alle camionneurs bij hun naam. Amina zegt: ‘Je moet genieten van het leven. Als je hart van iets gaat kloppen, doe het dan. Ooit stond ik hier op deze hoek van de straat. Ik was twintig. Nu ben ik eenenezestig.’ Amina woonde meer dan twintig jaar in het huis van de minnares van Leopold II. Als ze in Marokko is, luistert ze naar de RTBF.

Yelena en Amina

9. Club Lido

De mannen stappen niet te snel naar de club. Op het gemak. Ze willen niet opvallen.
De mannen kijken voor het binnengaan nog een keer in de spiegel.
De mannen trekken hun jas uit en houden de jas bij zich. Je weet nooit wie er in je spullen kan zitten.
De mannen gaan eerst naar de bar. Ze bestellen een biertje.
De mannen zoeken een plek ergens achterin.
De mannen spreiden hun benen.
De mannen kijken wie er op de dansvloer staat. Ze kijken wie ze herkennen, welke namen ze zich herinneren. Ze herhalen de namen in hun hoofd.
De mannen nemen zich voor om straks te gaan dansen.
De mannen kijken nog wat voor zich uit en bestellen een zwaarder biertje.
De mannen vragen aan de barvrouw hoe het met haar gaat.
De mannen nemen zich voor om straks echt te gaan dansen.
De mannen drinken hun glas in een teug leeg.
De mannen trekken hun jassen pas aan wanneer ze buiten staan. Ze knikken naar de vrouwen. Ze zeggen ‘tot volgende week’.

De vrouwen komen op woensdagmiddag om half vier naar Club Lido.
De vrouwen dragen mini-rokken in de regen.
De vrouwen zijn tussen de zesenzestig en vierentachtig jaar. Ze hebben zich opgemaakt alsof ze naar een Servische bruiloft gaan.
De vrouwen leggen de avond van tevoren krulspelden in hun haren.
De vrouwen doen hun glitterjassen uit en hangen ze in de vestiaire.
De vrouwen bestellen Cola Zero en raken de chips niet aan.
De vrouwen hebben kleine waaiers in hun handtassen.
De vrouwen van tachtig jaar dansen met hun heupen op Justin Timberlake en Stromae.
De vrouwen zijn niet vergeten hoe ze oogcontact moeten maken met de mannen.
De vrouwen maken selfies als ze uitrusten op de lederen banken met glitterdiamanten.
De vrouwen van tachtig jaar willen zweten in rookruimtes en tongkussen.
De vrouwen doen hun jassen weer aan, verdwijnen in bussen, doen alsof er ze niet gedanst, niet gezweet, niet geflirt hebben, ze onttoveren tot oude dametjes op bussen, tussen caddy’s en kinderen, ze denken nog één keer terug aan het geheime dansfeest, en keren huiswaarts, alleen.

Club Lido

Club Lido

10. Metro Bockstael

Volgens communicatiewetenschappers hebben urban legends een belangrijke maatschappelijke functie. Dit soort verhalen vatten de angsten van mensen samen en verbindt hen hier in. Urban legends brengt dat wat ons bang maakt onder woorden en kanaliseert het.

"This neighbourhood needs an urban legend."

Misschien heeft deze wijk een urban legend nodig, een eng verhaal waarop we met z’n allen kunnen terugvallen. Misschien kan die legende dan hier beginnen, aan de ingang van de metrohalte Bockstael. Dan zouden de mensen fluisteren over de donkere tunnels, over een lantaarnpaal die onregelmatig knippert, over wat er zich onder de sporen afspeelt, over de geest van Leopold II of over een van zijn minnaressen, over een verdwaalde leerling of een mysterieuze verdwijning. Ze zouden spreken over mannen die zich op het perron wegstoppen achter oude kranten. En over La Veuve Noire, die zich schuilhoudt in het verlaten loket. Misschien begint het verhaal daar, misschien ergens anders. Heb je een eigen verhaal over Bockstael? Laat het ons weten via 1020stories@gmail.com

Metro Bockstael

Metro Bockstael

11. Zeekaartenwinkel

In dit lege theehuis zat er vroeger een oude zeekaartenwinkel. In de Fransmanstraat was er een slagerij voor paardenvlees. In de Rue Marie Christine zat een lusterwinkel. Je had er ook een winkel voor kristallen Val St. Lambert’s. In de Leopold I-straat was een vijzenwinkel. Je kon er vijzen vinden in alle maten. Er was een man die werkelijk alles van vijzen kende. Hij is verdwenen. Alles verandert. Achter oude gevels komen nieuwe zaken. Een tandenblekerij, een ontharingssalon of een bruidswinkel.

"Dwing je zoon om de zaak over te nemen."

Hoe houd je een speciaalzaak open? Zoek een winkel op een kruispunt of een hoek. Koop zo goedkoop mogelijk in. Inventariseer je stock vakkundig. Wees de enige in jouw soort. Zorg voor nageslacht. Dwing je zoon om de zaak over te nemen. Ga niet op pensioen. Vertrek niet zoals Franck en Sabine naar Spanje. Sterf tussen de zeekaarten.

Zeekaartenwinkel

De voormalige zeekaartenwinkel

12. De Donderberg

Dit is de enige plek in de wijk die je niet kan zien. Het is de enige plek waar je niet bij mag. Je kan er wel heen op Google Maps en met je muis boven het terrein zweven. Of je kan op een dak of een hoge ladder gaan staan, zien hoe de bomen er ruisen, welke struiken er groeien, waar de nesten gebouwd worden.

"Het dondert in de Donderberg,’ stond er in de krant."

De Donderberg is een verborgen stuk land, verstopt achter een hek. Er wonen dieren en insecten. De imker uit de buurt maakt honing met de bijen die er zitten. Hij telt hoeveel vogels er vliegen, hoeveel insecten er bewegen. Hij meet het terrein af en schrijft wat hij weet in rapporten. Hij vraagt de Donderberg te behouden. Want straks komen de bulldozers. ‘Het dondert in de Donderberg,’ stond er in de krant. Het is een nutteloos stuk land, zeggen bouwpromotoren. Het is niet eens een park, roepen politici. Ze willen er huizen en scholen, handige parkeerplaatsen.

Maar het wordt warmer, de straten gloeien en de stad slibt dicht. We hebben nood aan lege ruimte, zucht de imker, aan nutteloze natuur. Je kan de Donderberg misschien niet zien op je wandeling, maar hij is er.

De Donderberg

De Donderberg

13. Het schooldomein

"Een conciërge moet duiven kunnen vangen met een vangnet in de turnzaal."

In dit schooldomein woont de conciërge.
Een conciërge moet graag thuis zijn.
Een conciërge moet alle codes uit zijn hoofd kennen.
Een conciërge moet verschillende sleutelbossen hebben.
Een conciërge moet de juiste sleutel op de tast vinden.
Een conciërge moet altijd zijn telefoon opnemen.
Een conciërge moet geduld hebben.
Een conciërge moet alles in de smiezen hebben.
Een conciërge moet vroeg kunnen opstaan en laat kunnen gaan slapen.
Een conciërge moet de namen van alle leerlingen kennen.
Een conciërge moet dieven op heterdaad kunnen betrappen.
Een conciërge moet naar alle buurtbewoners knikken en lachen.
Een conciërge moet moeders en schooldirecteurs kalmeren.
Een conciërge moet ’s nachts wandelingen over zijn verlaten speelplaats maken en walnotenlikeur drinken.
Een conciërge moet duiven kunnen vangen met een vangnet in de turnzaal.
Een conciërge moet ’s nachts over ramen en deuren dromen.
Een conciërge hoort overal waar hij komt alarmen afgaan.
Iedereen kent de conciërge. De conciërge kent alle geheime plekken van de school.

Kunsthumaniora

Kunsthumaniora

14. Afgebrand huis

"De huizen in de straat staan als domino’s naast elkaar."

Uit het rode huis groeien bomen. Het staat al een tijdje te koop. Jonge koppels blijven er stil bij staan, ze pakken elkaar vast en wijzen naar de bovenste verdieping. Ze weten niet dat alles achter de gevel een paar jaar geleden in vlammen opging. Ze weten niet dat er een man woonde die maquettes bouwde en strips verzamelde. Ze weten niet dat naast de man de eigenares van de panden woonde. En dat zij met haar dertien katten in het huis ernaast in haar eigen pis naar tv lag te kijken. Ze weten niet dat zij in slaap viel en haar vuur liet opstaan en dat de muren begonnen te branden, en dat het oversloeg, en oversloeg, zo erg dat de buren tegen de brandweermannen schreeuwden dat het huis ernaast vol papier en maquettes stond. De brandweer schatte het verkeerd in en het huis fikte af, alleen de gevel stond er nog, en door de jaren heen groeiden er twijgen en takken door de ramen. De huizen in deze straat staan als domino’s naast elkaar. Als de rode valt, is de blauwe ook weg.

Afgebrand huis

Afgebrand huis

15. Madame Médori

Voor Médori, de operazangeres die in Bockstael overleed in een woningbrand. Voor Médori, een aria.

Chè farò senza La Médori?
je werd zingend geboren
je zong overal - van Rimini tot Lissabon
je trouwde met een Italiaanse zakenman
doopte jezelf La Médori - ster van de Scala

Chè farò senza La Médori?
je reisde de wereld rond sprak talen die niemand hier kende je stond bekend om je weelderige haardos en je inlevingsvermogen

Chè farò senza La Médori?
je zette de opera in vuur en vlam
zong tot je thuiskwam, hier in de wijk
je gaf je kleren aan de armen
en kreeg een straatnaam

Chè farò senza La Médori?
je was al oud
en dacht nog een laatste keer
aan de Scala, stak wat kaarsen aan
de vlammen beten in je gordijnen

Chè farò senza La Médori?
je laatste adem, happend naar een lied
de rook kwam niet uit de mistmachine
nog een laatste keer sterven op de scène van je woonkamer
hier doofde je sopranenstem uit

Chè farò senza La Médori?

La Médori

Madame Médori door Mathew B. Brady (ca. 1857)

16. Groenvinkstraat

Er groeit gras tussen de kasseien van de Groenvinkstraat. Volgens een van de buurtbewoners is het de schuld van de vijver in de Vrièrestraat. Iemand anders beweert dat deze buurt op een oude vijver van het Koninklijk Domein is gebouwd. Op een zijtak van de Zenne, het kanaal, de Molenbeek. Er zou een bron zitten onder deze straat. Een wensput of een wasplaats. Hier zou jarenlang een Brusselse herder met zijn kudde schapen zijn langsgekomen. Iets maakt deze grond vruchtbaar, iets zorgt voor het groen tussen de stenen.

Je kan wel met je vingers tussen de kasseien zitten, maar het gras zal terugkomen. Je kan nieuwe stenen leggen, asfalt of grind, maar het gras zal blijven groeien. Je kan rivieren indammen of kranen dichtdraaien, je kan de grond openbreken, maar wat hier tussen de klinkers groeit, zal blijven woekeren.

Groenvinkstraat

Groenvinkstraat / Rue du Verdier

17. Het huis naast het kerkhof

In dit huis logeerde een man. Hij keek naar het plafond en dacht aan alles wat hij die dag gezien had. Hij liep rondjes op het kerkhof en schreef brieven aan een tafeltje. Zijn naam was Vincent Van Gogh. Of Paus Johannes Paulus II. Of Patrick Haemers. Of Stromae. Zoveel mannen slapen in bedden en denken aan morgen. Ze kennen de stoeptegels van de straten, ze hebben sleutels van huizen in Laken.

"Woonde Vincent Van Gogh, Paus Johannes Paulus II of Patrick Haemers hier?"
Het huis naast het kerkhof

Het huis naast het kerkhof

18. Big Ben

Deze wijk heeft een toeristische trekpleister in wording. Het oude gemeentehuis van Laken heeft iets weg van… de Londense Big Ben. Maak zelf een foto met de Big Ben van Bockstael en stuur je foto naar 1020stories@gmail.com. Of post hem via #bockstael of #1020stories op Instagram!

Big Ben

Big Ben